Heldere criteria voor zzp’ers, die dan ook voor iedereen gelden. En een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering, want die risico’s worden nog te vaak onderschat. Dat vindt Tjebbe van Oostenbruggen, nummer vier op de lijst van NSC. Een gesprek over het zzp-beleid en de standpunten van de partij die inzet op zekerheid voor iedereen.
Negen maanden zat hij zelf aan de knoppen. Van Oostenbruggen was tussen november 2024 en augustus 2025 als staatssecretaris van Financiën medeverantwoordelijk voor het zzp-beleid — waaronder de opheffing van het handhavingsmoratorium en de voorbereiding van nieuwe wetgeving.
Dat dat moratorium per 1 januari jongstleden is opgeheven, daar staat de voormalig staatssecretaris nog steeds vierkant achter. “Je kunt geen belastingwetgeving hebben die je daarna niet handhaaft. Het probleem is dat er dan mensen en bedrijven zijn die denken: mooi, er wordt niet gehandhaafd, ik kan gewoon doen wat ik wil. En er zijn bedrijven die zeggen: ja, maar het staat wel in de wet en ik ga de wet naleven. Dan ontstaat er rechtsongelijkheid. We hebben zoiets als de silent majority in Nederland, en die wil gewoon dat de wet wordt nageleefd.”
Van Oostenbruggen benadrukt dat het bij schijnzelfstandigheid niet alleen gaat over kwetsbare zzp’ers. “Schijnzelfstandigheid gaat over twee dingen: de uitbuiting van de onderkant, en het niet bijdragen aan sociale zekerheid aan de bovenkant.”
Solidariteit rond sociale zekerheid en gelijke regels voor iedereen: het raakt de kern van het NSC-gedachtegoed, de verhouding tussen inwoners van Nederland en haar overheid en het verkiezingsprogramma ‘Zorgen voor zekerheid’.
Keuzes rond criteria
Tegelijkertijd begrijpt Van Oostenbruggen de onvrede onder zzp’ers over de onduidelijkheid rond regelgeving. “Er zijn in Nederland heel veel mensen die écht ondernemer zijn, en die verdienen het om niet in het verdomhoekje te zitten. Het hele gedoe rondom zzp’ers komt voort uit het feit dat de politiek er ruim twintig jaar niet in is geslaagd schijnzelfstandigheid goed aan te pakken. We hebben destijds de VAR bedacht en weer weggedaan zonder dat we nieuwe schoenen hadden.”
Maar welke kant moet het nu op met die regels? GL/PvdA wil dat zzp’ers niet mogen worden ingezet voor werk dat ook door werknemers wordt gedaan, en niet voor ‘piek en ziek’. Dat gaat de voormalige NSC-bewindspersoon te ver.
“Het kan zeker zo zijn dat je bij bepaalde piekactiviteiten of eenmalige projecten zzp’ers inhuurt, vooral als er binnen het werk veel vrijheid is. Als jij bijvoorbeeld een nieuw product lanceert en je huurt een persvoorlichter in voor twee weken om de campagne te begeleiden, dan is dat toch prima? Dat soort opdrachten hebben een kop en een staart, een duidelijke doelstelling, en iemand wordt per resultaat betaald. Dat is gewoon ondernemerschap. Maar bij piek en ziek in het primair onderwijs of de zorg ligt dat anders. Als een verpleegkundige in een ziekenhuis vier maanden wordt vervangen, dan is het moeilijk voorstelbaar dat iemand daar echt als zelfstandige kan functioneren. In de intramurale zorg werkt dat gewoon niet.”
Momenteel liggen er twee plannen: de Wet VBAR, die door het kabinet is voorbereid, en de Zelfstandigenwet van VVD, CDA, D66 en SGP. Van Oostenbruggen spreekt zich niet expliciet uit voor een van de twee, maar begrijpt wel de roep om tempo. “Zzp’ers hebben nu last van de besluiteloosheid van de politiek. Het is tijd dat we eindelijk stappen zetten op dit dossier.”
“De VBAR is eigenlijk een waterig compromis, het gevolg van het feit dat we niet toekomen aan een totale herziening van het arbeidsrecht. Ik ben zelf meest voorstander van het R-deel van de VBAR — waarmee zzp’ers met een laag tarief sneller hun recht als werknemer kunnen opeisen. Maar goed, als je eenmaal in het kabinet zit en hebt afgesproken dat er geen fundamentele herziening van het arbeidsrecht komt, dan is dit het pad dat overblijft. We kregen daar gewoon de handen niet voor op elkaar — de VVD is vrij liberaal, de PVV zit sociaaleconomisch meer tussen de PvdA en de SP in. Dus ga je door op de ingeslagen weg: het codificeren van uitspraken van de Hoge Raad. En dat is precies wat de Wet VBAR doet.”
Zelfstandigenwet
De VVD, samen met D66, CDA en SGP, kwam ondertussen met een alternatief: de Zelfstandigenwet. Van Oostenbruggen is daar kritisch over de wijze waarop, maar ziet ook positieve punten. “In het begin, toen dat voorstel werd gelanceerd, was nog het beeld: als je ondernemer bent en je gedraagt je als ondernemer, dan kun je op de arbeidsmarkt doen wat je wilt. Dat beeld is gelukkig inmiddels gecorrigeerd. Ook bij de VVD is het besef doorgedrongen dat je de arbeidsmarkt met de huidige wetgeving veel meer holistisch moet benaderen.”
Volgens Van Oostenbruggen moet je alle aspecten meewegen — ook of er sprake is van een gezagsverhouding. “Die regels gelden voor iedereen,” zegt hij. “Het kan echt niet zo zijn dat als iemand een bv heeft, daar een half miljoen in heeft gestort, een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft en een mooie website, dat die dan ineens wél als zelfstandige aan de slag kan gaan, en geen premies hoeft te betalen.”
De NSC-kandidaat is vooral gecharmeerd van het idee uit de Zelfstandigenwet om een arbeidsrechtcommissie in te stellen die eigen standpunten inneemt die voor een hele sector of werkveld gaan gelden. “Laat nou eens een gezaghebbende commissie gewoon zeggen dat een verpleegkundige geen zzp’er kan zijn in een ziekenhuis. In de intramurale zorg kan dat gewoon niet, en iedereen blijft maar doen alsof het wel kan. Zo’n commissie kan dat onderstrepen, en dat zou enorm helpen voor de duidelijkheid. Dan kan je dat ook vastleggen in een cao.”
Los van de inhoud wil Van Oostenbruggen vooral tempo maken. “Of het nou de VBAR wordt of de Zelfstandigenwet, er moet gewoon wat gebeuren. Het is tijd dat we eindelijk stappen zetten. Ik denk trouwens dat als we de Wet VBAR en de Zelfstandigenwet over elkaar heen leggen, we daar wel uitkomen. Het zijn uiteindelijk toch grotendeels dezelfde criteria.”
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Een ander wetsvoorstel van het kabinet is de Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ). Dat voorstel kan op de volle steun van NSC rekenen. Dat er zo’n verzekering komt, vindt Van Oostenbruggen niet meer dan logisch. “In dit land hebben we zorg- en autoverzekeringen ook verplicht gemaakt voor iedereen, niet alleen voor mensen die een schade niet kunnen betalen. Als je meedoet op de arbeidsmarkt, moet je ook bijdragen aan sociale zekerheid. Alleen dan houd je ons stelsel levend. Er zijn zzp’ers die niet goed verzekerd zijn, en als die hun nek breken, komen ze gewoon op de zak van de maatschappij. Dat vind ik echt onbestaanbaar. Dan wentel je de schade alsnog af op het collectief, terwijl je er niet aan bijgedragen hebt.”
Het feit dat je je nu alleen via private verzekeraars kunt verzekeren, levert veel zzp’ers problemen op. “Ben je te oud of heb je een hartritmestoornis gehad, dan accepteren ze je niet meer. Dat zijn precies de zaken die maken dat je hier echt iets mee moet doen.”
De BAZ wordt beschikbaar voor iedereen. Over het feit dat er in het huidige voorstel een opt-outregeling is voor wie al een verzekering heeft, is Van Oostenbruggen gematigd positief. “Kijk, uiteindelijk vind ik dat je compromissen moet kunnen sluiten (de opt-out was een grote wens van de VVD en BBB, red.). “Er zijn veel zelfstandigen die al een verzekering hebben. Dat je daar soepel mee omgaat, op een werkbare manier voor overheid en Belastingdienst, vind ik een goede zaak.” Tegelijkertijd vind ik het conceptueel ingewikkeld als rijke mensen zich privé beter kunnen verzekeren, terwijl arme mensen in het publieke systeem blijven. Dan krijg je weer een soort ziekenfonds versus particuliere verzekering-achtige situatie — dat lijkt mij niet wenselijk.”
Tot slot pleit hij voor een goede overgangsregeling en een aanvullende rol voor private verzekeringen: “Zoals bij de AOW en de pensioenfondsen: de basis krijg je van de overheid, en de rest kun je aanvullend privaat verzekeren.”
Arbeidsmarkt breder hervormen
Voor Van Oostenbruggen en NSC staat het zzp-dossier niet los van de rest van het arbeidsmarktdebat. De partij verwijst — als een van de weinige partijen — naar de adviezen van de Commissie-Borstlap uit 2020. “Dat heeft een reden,” legt hij uit. “Wat mij opvalt in Den Haag: al twintig jaar zijn we niet in staat om op het arbeidsmarktdossier tot elkaar te komen. Links niet, rechts niet, en het midden heeft de brugfunctie ook niet kunnen vervullen. D66 niet, CDA niet. Er is geen linkse oplossing en ook geen rechtse oplossing, als je het mij vraagt. Ik vind dat er een compromis moet komen — een verbindende nieuwe inrichting van de arbeidsmarkt. De blauwdruk daarvoor is wat NSC betreft gegeven door de Commissie-Borstlap.”
NSC steunt daarom wetgeving die de meer onzekere vormen van flexwerk, zoals oproepcontracten, sterk beperkt, maar pleit ook voor verkorting van de loondoorbetaling bij ziekte voor werkgevers, want er ligt veel te veel risico bij de werkgever zelf. Daarom staat in het programma van NSC dat de loondoorbetaling bij ziekte naar één jaar gaat. Het ontslagrecht mag wat hem betreft ook soepeler. “Ik ben wel enthousiast over het Belgisch model, waarbij je in principe ook gewoon met elkaar tot de conclusie kunt komen dat er een eind moet komen aan het dienstverband, en de werkgever de schade gewoon betaalt. Makkelijker ontslag dus, maar wel met een aanzienlijk hogere (transitie)vergoeding, zodat de werknemer zich kan laten omscholen en zo ook weer door kan. Als dat het compromis is, kan ik daar goed mee leven. En ik denk werkgevers ook.”
Landsbelang boven zzp-belang
Wat Van Oostenbruggen nog kwijt wil aan zzp’ers? “Ik hoop echt dat mensen gaan kiezen met ratio — niet alleen voor hun eigen portemonnee, maar voor wat goed is voor Nederland. Ik snap heel goed dat je als zzp’er een partij zoekt die opkomt voor jouw belangen, maar er is ook zoiets als het collectief. We leven in één land, en we moeten het met elkaar een beetje leuk houden. Laat ik het zo zeggen: ik vind het raar als we alleen nog maar redeneren vanuit het eigen belang. Daar moeten we echt mee ophouden.”






